Er wordt in de politiek voor de verkiezingen gesproken over baancreatie. Zo doet Groen Links het voorstel voor een grote belastingherziening waarmee vele banen aan de onderkant van de arbeidsmarkt zouden kunnen worden gecreëerd. Op zich geen slechte gedachte, maar volgens mij kan dit geld beter worden geïnvesteerd in onderwijs.
Het heeft volgens niet zo veel zin om banen aan de onderkant van de arbeidsmarkt te creëren. Veel banen aan de onderkant zullen gezien de trend van robotisering op de arbeidsmarkt binnen een aantal jaren op met bestaan. Wat precies het effect is en wanneer dit gebeurt is gissen. Hoe dan ook biedt het voorstel van Jesse Klaver een oplossing voor de korte termijn.
De inhoud van beroepen zal veranderen en veelal verschuiven naar kenniswerk, dus hoger opgeleide functies. Daarnaast lost het creëren van banen aan de onderkant van de arbeidsmarkt het huidige tekort aan hoogopgeleid personeel niet op. Die hoogopgeleide werknemers moeten uit het buitenland gehaald worden; de nieuwe generatie gastarbeiders. Alleen heten ze nu heel chic expats, maar in feite is het gewoon een gastarbeider. Het bedrijfsleven haalt hen de afgelopen jaren uit het buitenland. Met een dergelijk voorstel zoals van Groen Links, zal dat niet veranderen. Niet echt een duurzame oplossing dus. Ook geen antwoord op het thema robotisering van de arbeidsmarkt, waar vandaag de dag alleen de Piratenpartij oog voor heeft. De rest van de partijen hebben zogezegd nog weinig tot geen mening over robotisering.
De echte en duurzame oplossing is het opleiden van laaggeschoolden werknemers naar MBO functies en werknemers met MBO denk- en werkniveau naar HBO functies. Hiermee creëren we doorstroom op de arbeidsmarkt en het zal tevens de productiviteitsverhoging ten goede komen. Dit levert tevens een situatie op waarbij de de inkomensverschillen vanaf de andere kant genivelleerd worden. Niet door de bovenkant naar beneden te duwen, maar de onderkant naar boven. Oftewel een welvaartsgroei voor iedereen.
Focus op duurzame inzetbaarheid
Er hoeven dan geen banen gecreëerd te worden, dat zal het economisch organisme zelf doen. De groeiende markt zal zelf zijn nieuwe behoeftes krijgen op basis waarvan nieuwe beroepen en banen gecreëerd zullen worden. Het enige dat de overheid dient te doen is te faciliteren in de middelen die hiervoor nodig zijn. Zij dient de voorzieningen te scheppen, hetgeen volgens mij betekent dat er flink in onderwijs geïnvesteerd dient te worden.
Het UWV heeft ter bevordering van de doorstroom al een goede stap gezet met de creatie van de scholingsvoucher voor kansrijke banen. Deze voorziening is dermate goed ontvangen dat het budget hiervoor al op is. Daarnaast is het nota bene de werkgeversvereniging AWVN die een passend lijkende oplossing aandraagt om duurzame inzetbaarheid op de arbeidsmarkt te creëren. Zij doen namelijk het voorstel om de ontslagvergoeding om te vormen naar een stelsel dat continu leren moet bevorderen. Waar zijn de plannen van de politiek hiervoor? De enige partij die zich echt sterk maakt voor onderwijs is D66, maar zelfs zij schiet eigenlijk te kort in het programma.
Maar goed, dit toont echter wel aan dat goede initiatieven niet alleen uit politiek hoeven te komen. Vanuit een filosofie dat er een oplossing gevonden wordt waarin de ogenschijnlijk tegenstrijdige belangen van zowel de werknemers als de werkgevers werkelijk opgelost worden. Dit is het resultaat wanneer er vanuit gemeenschappelijk belang op lange termijn wordt gekeken. Vanuit de interafhankelijkheid, in plaats van de tegenstrijdigheid. Een gouden vondst wat mij betreft. De budgetten voor ontslagvergoeding worden getransformeerd tot budgetten voor ontslagvoorkoming.
Ja, dat vraagt inderdaad ook inzet van de werknemers. Zij zijn hoofdzakelijk verantwoordelijk voor hun eigen ontwikkeling. Dit is al jaren een lastig thema binnen HR-land, die hebben hun er hun handen en hoofden vol aan. Hoe krijgen we de werknemers zover dat ze gemotiveerd zijn om een opleiding te volgen?
Leren wordt pas interessant wanneer je begrijpt wat het je oplevert.
Volgens mij ligt die tegenzin hem vaak in het verplichte karakter in combinatie met te weinig ruimte of tijd om te studeren. Hierdoor zie je dat alleen de echte strevers inzet tonen om zich verder te ontwikkelen. De rest doet alles met een frisse tegenzin op het laatste moment. Wat vooral meespeelt is dat het nut en de zin ervan niet duidelijk genoeg is. Opleiden en trainen heeft als doel dat je effectiever wordt, beter in je werk. Of dat je meer verantwoordelijkheden kan dragen, door kan groeien, of meer bezig kan houden met hetgeen je echt leuk vindt in je werk. Leren wordt pas interessant wanneer je begrijpt wat het je oplevert! Zo geld het voorvolwassenen en voor kinderen. Je huiswerk maken omdat het moet, heeft werkelijk nog nooit iemand geïnspireerd om te leren; wel gedwongen.
Focus op inspiratie
Onderwijs krijg je alleen op gang wanneer de deelnemers geïnspireerd worden om deel te nemen. Wanneer ze snappen wat het hen oplevert, hoef je ze niet meer te motiveren. Ze weten dan allang waarom ze het willen doen.
Dus ja, dat vraagt een andere aanpak dan de huidige standaard. Sterker nog, dat vraagt een paradigma verschuiving. Van alle kanten. Allereerst van de werkgeversorganisatie, de werknemersorgansaties en de politiek. Gezamenlijk moet er een plan op tafel komen waarbij de belangen van alle partijen wordt meegenomen. Dat plan moet worden gesmeed op basis van gemeenschappelijke belangen, waarbij de wederzijdse bezwaren geïntegreerd worden. Uiteraard zullen er wederzijds concessies moeten worden gedaan, maar het plan dat er moet komen dient een haalbare oplossing bieden voor de sneller veranderende arbeidsmarkt. Uiteraard zal effectieve loopbaanbegeleiding hier ook een rol in hebben.
Ook zal het middelbaar en beroepsonderwijs moeten worden aangepakt. De student van vandaag zal moeten gaan begrijpen dat hij of zij na de studie niet klaar is met leren. Er zal een goede bodem gelegd moeten worden, waarin tevens het zaadje van inspiratie geplant is waardoor de student zin heeft om zich te blijven ontwikkelen. Het nog steeds gebruikte paradigma “kennis is macht” dient toch even naar de realiteit van vandaag te worden herzien. Want kennis is geen macht, toegepaste kennis is macht en geeft kracht.
Kennis is geen macht, toegepaste kennis is macht.
Om deze paradigmaverschuiving te realiseren zullen de huidige communicatie strategieën van zowel het regulier onderwijs als van de HR afdelingen overhoort gekieperd moeten worden. De vlam van inspiratie moet worden aangewakkerd bij zowel de ingedutte werknemer, de WW-er zonder perspectief en de scholier. Het zal overigens ook helpen wanneer in het primair en voortgezet onderwijs een ander focus gekozen wordt.
De leerling van vandaag heeft helemaal geen digitaal onderwijs nodig. Zij is vele male digitaler dan de leraar. Die leraar staat dus eigenlijk gewoon voor l*l. De leerling wil namelijk iets nieuws horen, niet wat ze al weet. De leerling dient juist te leren om problemen op te lossen en creatief te worden. De leerling zou geschiedenis leren en toekomst moeten leren. En vooral het verband dat ze met elkaar hebben.
De leerling dient gedegen taal onderwijs te krijgen, wiskunde, economie, aardrijkskunde en biologie. Zodat de leerling een goede basis legt en veel kanten op kan. De leerlingen van vandaag moeten veel te vroeg een keuze maken die hen al op jonge leeftijd een definitieve kant op stuurt… Volgens mij een ongelofelijk slechte zaak, het werkt zeer demotiverend en stress-bevorderend.
De leerling hoeft niet allen maar kennis te consumeren, maar vooral de vaardigheid leren om de juiste informatie te vinden. En meerdere bronnen te raadplegen om tegengestelde visies met elkaar te kunnen vergelijken. Verbeeldingskracht en kritisch analytisch vermogen zijn de kerncompetenties die aan de basis van het onderwijs horen te staan. Dit zijn de essentiële componenten om creativiteit te stimuleren, want onze economie zal naast een diensten economie ook een creatie economie worden. De creatie van waarde.
En die waarde zal andere vormen gaan krijgen dan de waarden van vandaag. We zien namelijk al de trend dat Millenials niet meer hun geld willen besteden aan producten, maar aan ervaringen. We zien ook dat nieuwe behoeften snel worden ingevuld door creatieve jonge ondernemende mensen die daarmee aan de geboorte staan van nieuwe beroepen, toepassingen of bedrijven. Dit zijn de voorbeelden waarmee de scholier geïnspireerd moeten worden. Want als we de scholieren niet laten nadenken over ze willen worden, maar over welke problemen hen aan het hart gaan en ze willen oplossen krijg je heel anders denkende mensen.
“Don’t ask kids what they want to be when they grow up (career.) Ask them what problem they want to solve (lifelong learners!) – Jaime Casap”
Een mooi voorbeeld hiervan is Boyan Slat, de 28-jarige Nederlander die voor ons de enorme plastic soep in de oceanen gaat opruimen. Als duiker werd hij diep geraakt door het oceaan plastic probleem. Vanuit zijn gepassioneerde overtuiging dat hij hier een oplossing voor kon verzinnen deed hij dit ook. Hij is oprichter van de Ocean Clean Up, dat initieel als stichting begon. Hij heeft zelf zijn funding voor elkaar gebokst en tevens een geniale oplossing gevonden waarop hij een probleem tot de drijvende kracht van zijn opruim techniek maakte. Boyan Slat wordt tegenwoordig geroemd om zijn inventiviteit en is al vele malen opgenomen diverse lijsten, zoals de 20 meest veel belovende jonge ondernemers (INTEL EYE50) in 2013 . Hieronder vind je zijn TEDx Delft presentatie waarmee hij de wind in zijn zeilen kreeg.
Dus als we de welvaart van iedereen willen bevorderen en de tekorten op de arbeidsmarkt willen oplossen. Dan moeten we serieus investeren in onderwijs. Gezien de onderwijsachtergrond van Mark Rutte snap ik eigenlijk niet dat dit soort plannen niet uit zijn hoek komen.
“Give a man a fish and you feed him for a day; teach a man to fish and you feed him for a lifetime.”
In het land waar ik nu woon wordt de elektromotor van mijn waterpomp nog opnieuw gewikkeld als hij kapot gaat, of er worden bijvoorbeeld nieuwe lagers ingezet. Meubels van pulphout gaan hier maar 6 maanden mee, omdat ze opzwellen door de vochtige lucht, dus ik laat ze op maat maken door de meubelmaker. Dat is ca 3x zo duur, maar mijn tafel ziet er na 15 jaar nog net zo uit als op de eerste dag.
Het lijkt mij dat dit stukje wat te simplistisch is: robotisering is de oplossing van de wegwerpmaatschappij. Het lijkt me zinvol om eens te inventariseren welke ambachten zinvol blijven in een circulaire economie.
Verder is me opgevallen hoe primitief de gereedschappen zijn waarmee hier gewerkt wordt. Het lijkt me dat er een behoorlijke markt moet bestaan voor goedkope, maar slimme en technisch hoogstaande oplossingen om die ambachten beter uit te kunnen voeren.
PS: Ik reageer naar aanleiding van een stukje op JOOP, waar ik om mij volstrekt onduidelijke redenen een ban heb gekregen.
Hoi Harm,
Om de transitie naar een circulaire economie te bereiken is onderwijs volgens mij juist essentieel. Hoe dat gaat verlopen kan je niet voorspellen. Dus eerst uitdokteren wat we straks nodig hebben heeft geen zin, want we weten niet wat we straks nodig hebben. Daarom benoem ik de bijvoorbeeld het aanleren van creatief oplossend vermogen. En dan natuurlijk ook aanpassingsvermogen 🙂
Ja, onderwijs is essentieel, maar omdat het niet voorspelbaar is hoe de ontwikkeling in de richting van een circulaire economie zal verlopen, heb ik kritiek op de voorspelling dat de banen aan de “onderkant” van de arbeidsmarkt binnen een aantal jaren op zullen houden te bestaan als gevolg van de robotisering.
Overigens is die ontwikkeling maar beperkt onvoorspelbaar, want als er een tekort aan aardolie ontstaat is de huidige vorm van landbouw en veeteelt tot de ondergang gedoemd en wordt de “plasticsoep” een onaangename erfenis uit het verleden.
De belangen van de werknemers en de werkgevers zijn niet ogenschijnlijk, maar reel tegenstrijdig, als gevolg van het economisch model. Datzelfde economisch model staat overigens ook de ontwikkeling naar een circulaire economie in de weg. De vrome wensen van groenen en sociaaldemocraten verraden veelal slechts een gebrek aan economische kennis en de neo-liberale kenniseconomie die D66 ons voorspiegelt is de snelste weg naar de afgrond.
“Verbeeldingskracht en kritisch analytisch vermogen zijn de kerncompetenties die aan de basis van het onderwijs horen te staan. ”
Inderdaad, en dat geldt in de eerste plaats voor het economisch onderwijs – The Money Fix – http://tinyurl.com/mos8dpk
“De belangen van de werknemers en de werkgevers zijn niet ogenschijnlijk, maar reel tegenstrijdig, als gevolg van het economisch model. ”
Dit vind ik te kort door de bocht Harm. Er zijn namelijk ook heel veel gezamenlijke belangen, zoals goede sfeer, goede prestatie, goede toekomst. Laten we redeneren vanuit het gezamenlijk belang en daar de tegenstrijdige belangen in meenemen.
Uiteraard ben ik het met je eens dat dit bij veel bedrijven niet echt lekker uit de verf komt en je inderdaad werkgevers hebt die alles er uit knijpen. Maar die wil ik niet als maatstaf gebruiken.
Wat je misschien overslaat is dat veel werknemers zekerheid verkiezen boven de potentie om winst te genereren. Dat laatste brengt een risico met zich mee, waar de werknemer veel minder last van heeft dan de werkgever.
Gelijk delen gaat niet alleen om de opbrengsten, maar ook om de risico’s.
Uitstekend artikel! Ik zie een aantal punten uit je verhaal terugkomen in het veelgeprezen Finse onderwijsmodel. Ook dit model blijft zich overigens doorontwikkelen. Zie hieronder:
Verantwoordelijk voor je eigen onderwijs
Een van de belangrijkste doelstellingen van de Finse onderwijshervorming is het verbeteren van de participatie van leerlingen. Het moet voor hen duidelijker zijn waarom leren zinvol is, en dat je je leven lang kunt en moet blijven leren, zegt de Finse onderwijsraad. Op deze drie manieren wil Finland daaraan bijdragen:
1 Meer aandacht voor vaardigheden
Een sterke kennisbasis blijft belangrijk, zeggen de Finnen, maar Finland neemt als eerste land ter wereld zeven vaardigheden op in het nieuwe curriculum: leren om te leren, interactie en communicatie, voor jezelf zorgen, meertaligheid, ict-skills zoals programmeren, ondernemerschap en participatie in de maatschappij. Dit worden geen aparte vakken; het aanleren van deze vaardigheden wordt door het huidige vakkenpakket heen geweven.
2 Vakoverstijgend onderwijs
Iedere Finse school moet ieder jaar in een aaneengesloten periode een vakoverstijgend thema of fenomeen kiezen waar alle kinderen in school mee aan de slag gaan. Voorbeelden zijn: het klimaat, de Europese Unie, participatie, vriendschap of de stad. Leerlingen wordt gevraagd mee te helpen in het plannen en beoordelen van deze lessen.
3 De leraar wordt een coach
Leraren faciliteren het leren van leerlingen, is het uitgangspunt in de nieuwe Finse pedagogiek. Dat betekent dat leerlingen meer eigen keuzes mogen maken over waar en hoe ze willen leren, en hoe ze beoordeeld willen worden. De nadruk ligt op gepersonaliseerd leren, ook met behulp van technologie. Daarmee nemen de Finnen afstand van de Aziatische landen en regio’s zoals Singapore, die in het PISA-onderzoek hoog scoren en veelal op een traditionele manier klassikaal lesgeven.
Ik vind de meeste politieke partijen in Nederland helaas niet uitblinken in een goede visie op onderwijs en de ontwikkeling van onderwijs.